Grote Markt van Brussel
Leestijd: 2 min

De huurwetgeving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Sinds 2019 is er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een nieuwe huurwetgeving van kracht. Enkele opvallende wijzigingen springen in het oog. Zo worden er drie nieuwe huurstelsels gecreëerd: medehuur, de studentenwoninghuurovereenkomst en de glijdende huurovereenkomst. Tijd voor wat meer uitleg.

De nieuwe regelgeving werd al op 30 oktober 2017 gepubliceerd, maar is pas sinds 2019 van kracht. We brengen je graag op de hoogte van de belangrijkste wijzigingen met de huurwetgeving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zodat je weet waar je als verhuurder rekening mee moet houden.

Wijzigingen aan de klassieke woninghuurovereenkomst

De klassieke woninghuurovereenkomst komt het vaakst voor. Binnen dit stelsel heb je als verhuurder voortaan het recht om extra gegevens over kandidaat-huurders op te vragen, zoals:

  • Voornaam en naam, samen met een document die hun identiteit bevestigt
  • Contactgegevens
  • Het aantal gezinsleden en hun bekwaamheid om een contract af te sluiten
  • De financiële middelen van elk gezinslid (de oorsprong of de aard van deze inkomsten mogen geen invloed hebben op het al dan niet aanvaarden van de huurovereenkomst)

Medehuur

Deze nieuwe contractvorm is een logisch gevolg van een nieuwe trend op de huurmarkt: steeds vaker huren verschillende personen samen een woning. Deze vorm van samenwonen wordt samenhuizen genoemd. Hiervoor moeten vanaf dit jaar twee documenten worden opgemaakt: het huurcontract en het medehuurpact. In het huurcontract worden de huurprijs en de afspraken tussen de verhuurder en de verschillende huurders vastgelegd. In het medehuurpact leggen de huurders onderling enkele regels vast, zoals de verdeling van de huur en de regeling bij mogelijke schade. Daar kom je als eigenaar van de woning niet in tussen.

De studentenwoninghuurovereenkomst

Zoals de naam al aangeeft, wordt deze huurovereenkomst gebruikt als je een kamer of een woning aan studenten verhuurt. Je bent echter niet verplicht deze huurovereenkomst te gebruiken, ook het klassieke huurcontract blijft voor deze doelgroep mogelijk. Typerend voor deze nieuwe overeenkomst is de korte tijdsduur (maximum één jaar) en de kans om op elk moment tijdens het jaar in te stappen. De student-huurder moet wel een inschrijvingsbewijs of een aanvraag tot inschrijving aan een school of universiteit kunnen voorleggen aan de huisbaas.

De glijdende huurovereenkomst

De nieuwe huurwetgeving in Brussel heeft ook oog voor huurders die het moeilijk hebben om een woning te huren, zoals kansarmen of mensen die onder sociale begeleiding vallen. Om deze personen te helpen, gaat een bepaalde vereniging een huurovereenkomst aan voor deze mensen. Bij een glijdende overeenkomst start de vereniging als hoofdhuurder en is de persoon die in de woning gaat wonen een onderhuurder. Denkt de vereniging dat de onderhuurder zelfstandig kan wonen, dan kan de onderhuurder zonder een nieuwe overeenkomst hoofdhuurder worden.

Om alles te weten over huisvesting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kijk naar huisvesting.brussels.

Meer artikelen