Een huurwoning inrichten: wat mag en wat mag niet?

Elke huurder wil van zijn huurwoning een gezellige thuis maken. Maar de inrichting van een huurpand is soms een moeilijke evenwichtsoefening tussen wat mag en niet mag van de eigenaar. We sommen graag enkele basisprincipes voor je op.

Bij de inrichting van een huurpand is niet alles toegelaten. Goede afspraken zorgen ervoor dat je tijdens of na het huurcontract geen vervelende discussies met de eigenaar krijgt.

Een goede huisvader

Bij elk huurcontract geldt het volgende basisprincipe: onderhoud je huurwoning als een goede huisvader. Dit betekent dat je er als huurder alles aan moet doen om te voorkomen dat de woning meer slijtage dan normaal vertoont. De woning moet dus op het einde van de huurovereenkomst in dezelfde staat zijn als bij de start.

De inrichting

Er zijn enkele algemeen aanvaarde spelregels over de inrichting van een huurpand. Zo mag je als huurder gerust spijkers of schroeven in de muur aanbrengen, op voorwaarde dat je de gaten opnieuw dichtmaakt wanneer je de woning verlaat. Je mag ook gordijnen ophangen of muren schilderen in een kleur naar keuze. De eigenaar kan je in dat geval wel vragen om de muren te herschilderen in de originele kleur wanneer je vertrekt.

Kleine onderhoudswerken

Een defecte lamp vervangen, een lekkende kraan herstellen … Voor deze taken ben je als huurder zelf verantwoordelijk. Daarnaast ben je ook verplicht om de verhuurder tijdig te contacteren als er grote problemen dreigen, zoals bijvoorbeeld schade aan de waterleiding of problemen met de structuur van het pand.

Grotere werken

Als je een huurwoning voor langere tijd huurt, dan wil je misschien grotere renovatiewerken uitvoeren. Het is evident dat je hiervoor altijd de toestemming van de eigenaar nodig hebt. Maak duidelijke afspraken met je huisbaas als je zelf aan de slag gaat. Vergeet ook niet om je te informeren over mogelijke renovatiepremies die je als huurder kan aanvragen.