Isolatie van holle muren
Thermische muurisolatie door isolatie-injectie in de luchtspouw is een doeltreffende en discrete techniek om de energieprestaties van uw woning te verbeteren. Als u een recente woning hebt, hoeft u zich geen zorgen te maken maar als ze uit de jaren zeventig dateert, kunt u de isolatie ongetwijfeld verbeteren. Het resultaat is perfect onzichtbaar en verandert het uitzicht van uw gevel niet. Wat wel verandert, is uw verwarmingsfactuur en de interieurtemperatuur, die veel aangenamer wordt.
Hoe werkt de techniek van isolatie-injectie?
Om de holle ruimte tussen uw gevel en de draagmuren te isoleren, worden er gaten geboord in de voegen tussen de bakstenen om er een isolerend materiaal (polystyreenbolletjes (EPS) of glaswol) in te blazen. Geen paniek: de gaten die worden geboord zijn niet dikker dan de voeg, zodat uw gevelsteen niet wordt beschadigd. De gaten worden ongeveer om de 80 centimeter geboord. Er wordt op voorhand een boorplan opgesteld om de isolatie gelijkmatig te verdelen, rekening houdend met de ramen, deuren en andere gevelelementen. Het isolatiemateriaal wordt op verschillende hoogten in de gevel geïnjecteerd om zeker te zijn dat het goed naar beneden zakt en dat er geen holle ruimten overblijven. Na afloop worden de gaatjes weer dichtgemaakt met mortel in dezelfde kleur als de voegen.
De werken duren gemiddeld slechts een dag om een volledig, middelgroot huis te isoleren.
Waarop moet u letten?
In bepaalde gevallen is de isolatie van holle muren door middel van injectie te mijden. Als de gevelsteen te zwaar beschadigd of te poreus is, kan de interventie problemen veroorzaken of bestaande problemen verergeren. Het verdient dan ook aanbeveling om advies te vragen aan een professional en de toestand van de gevel te controleren. In de volgende gevallen moet u opletten:
- Afval in de spouw
Alvorens isolatiemateriaal te injecteren, dient u na te gaan of de spouw wel vrij is. Daartoe worden enkele kleine gaatjes geboord om de spouw te inspecteren met een camera. Het gebeurt wel vaker dat er werfafval in de spouw zit (stukjes baksteen, stukjes beton, keien of zand). Controleer steeds of de spouw schoon is om te vermijden dat stukjes afval koudebruggen creëren: waar er afval zit, kan er geen isolatie zitten, en dat leidt tot koude zones waar vocht gaat condenseren. - Te poreuze gevel
Als de gevel onvoldoende waterdicht is en onvoldoende beschermt tegen de regen, kan het opvullen van de luchtspouw tot vochtproblemen leiden omdat het vocht via de isolatie wordt doorgegeven aan de binnenmuren. - Barst of te broze voeg
In dit geval kunt u beter geen isolatie injecteren om te voorkomen dat barsten groter worden of dat de voegen tussen de bakstenen te fragiel worden. - Geverniste baksteen:
Door holle muren te isoleren, loopt u het risico dat het evenwicht van de muur in de winter wordt verstoord. Door de isolatie profiteert de buitenmuur minder van de warmte uit het interieur en is hij gevoeliger voor de koude van buiten. Geverniste bakstenen zullen daardoor sneller bevriezen, waardoor ze kunnen barsten. Wees dus voorzichtig.
Isolatiepremies
Er bestaan isolatiepremies en -voordelen. Vraag dus informatie bij uw gewest of gemeente om te weten van welke voordelen u kunt genieten en in welke omstandigheden. Heel vaak moet de isolatie van de spouw minimaal 5 centimeter dik zijn om te kunnen genieten van een premie.